Nederlandse economie. Winnen of verliezen?
Het Planbureau [CPB] heeft haar jaarverslag 2010 over de Nederlandse economie gepubliceerd. Hoewel de crisis zich niet lijkt te verdiepen, is de kans groter dat we het ergste hebben gezien, maar het beeld is nog steeds onduidelijk.
Op de website Z24 worden uit het rapport 8 belangrijke indicatoren gepresenteerd. Deze zijn niet allemaal beschikbaar bij het CPB zelf, maar geven een alomvattend beeld van de huidige toestand van de Nederlandse economie.
Faillissement:
Het aantal faillissementen neemt nog steeds toe. In 2008 zagen we 684 bedrijven failliet gaan. 2009 was het aantal 839, maar in 2010 ging het nog verder tot 880. Deze indicator neemt 14% van de economische indicator in beslag en is dus een belangrijke invloed op het uiteindelijke resultaat.
Kredietconsumptie huishoudens:
Een stijging van het kredietverbruik duidt op 2 belangrijke ontwikkelingen. Door een stijging zijn banken minder terughoudend en hebben huishoudens meer vertrouwen in hun aanstaande inkomen. Een toename van de kredietconsumptie zal de economie stimuleren door een toenemende verkoop door bedrijven. Deze indicator is iets gestegen, maar valt nog steeds ver terug in vergelijking met de situatie vóór 2009 en 2008.
Voorlopende indicator eurozone:
Deze laat een sterke stijging zien. Dat is voor Nederland best gunstig. De Nederlandse economie is sterk afhankelijk van de export en vooral de Duitse economie is leidend. De sterke stijging van deze indicator houdt de Nederlandse economie op de been, evenals de binnenlandse consumptie nog steeds achterblijft bij eerdere cijfers.
AEX-beurs.
Hoewel beurzen slechts een beperkte voorspelling hebben gedaan over de toestand van de economie, geeft het wel een inschatting van de verwachte winst en marges van bedrijven. De huidige tarieven laten een geleidelijk herstel zien en onze nu net boven de 300 punten. Het niveau van 2008 is nog niet bereikt. Vóór de crisis lag het gemiddelde op 500 punten.
Productiefilter:
Hoe goed productie en machines worden gebruikt, verwijst naar de vraag. Fillrates kunnen worden beschouwd als een tegengestelde indicator van de consumentenkosten. Deze indicator ging van 83% in 2008 tot 74% in april 2009 en nu weer op 81%. Dat is een goed herstel, hoewel nog steeds iets onder het niveau van 2008. Een laag vullingspercentage betekent ook dat investeringen op lange termijn in nieuwe machines worden uitgesteld.
Consumentenvertrouwen.
Het klantvertrouwen is nog steeds vrij laag. Wat betreft de andere indicatoren is veel lager dan men zou verwachten. De binnenlandse lasten blijven laag, wat verder bewijst dat het huidige herstel van de Nederlandse economie vooral exportgedreven is. Evenals in 2008 was de indicator vrijwel neutraal, deze daalde tijdens de crisis tot – / – 15 en bedraagt nu circa – / – 12 punten. Nauwelijks herstel hier. De aanstaande bezuinigingen door de Nederlandse overheid zullen zeker van invloed zijn op het onkostengedrag van de consument.
Prijs woningen:
Huizen zijn een grote aanwinst voor de Nederlandse consument. Dalende prijzen verlagen de kosten van de consument en leiden tot een afname van de vraag. De prijs piekte begin 2008 op 114 punten maar vertoont sindsdien een geleidelijke daling en bereikte nu in november 2010 een nieuw dieptepunt van 105 punten. De prijs van woningen wordt ook sterk beïnvloed door de huidige regels voor renteaftrek. Algemeen wordt aangenomen dat deze juridische constructie de huizenmarkt vertraagt en de prijzen kan beïnvloeden. De huidige regering is echter niet bereid om de nodige veranderingen aan te brengen om de flexibiliteit op de huizenmarkt te vergroten.
IFO-index:
De IFO-index toont het vertrouwen van de Duitse producenten. Aangezien de Nederlandse economie sterk afhankelijk is van de Duitse, is deze indicator een betrouwbare indicator voor de Nederlandse economie gebleken. Nederland profiteert direct van elke stijging op de Duitse markt. Deze indicator is de laatste maanden enorm gegroeid. Het heeft zelfs een nieuw hoogtepunt bereikt. Het verklaart de huidige ontwikkeling in Nederland. Een lage binnenlandse kosten, maar toch hebben de producenten nog steeds een redelijke vraag.
Conclusie;
Winnen of verliezen? De Nederlandse economie op zichzelf is besluiteloos. Nederland is sterk afhankelijk van buitenlandse ontwikkelingen. De sterke en veerkrachtige Duitse economie zorgt ervoor dat Nederland niet valt. Eerlijk gezegd is dit altijd het geval geweest. De binnenlandse indicatoren geven de Nederlandse overheid echter een eerlijke waarschuwing. Een vertraging van de Duitse economie zal een steil effect hebben op de Nederlandse economie. Dat zou voldoende reden moeten zijn om de binnenlandse economie nieuw leven in te blazen.
Vooral de sterke daling van de huisprijzen zou een groot probleem kunnen worden. De aanvankelijke daling heeft de oververhitte huizenmarkt doen dalen, maar de voortdurende neergang wordt verontrustend. Hoewel de economie door de Duitser wordt ondersteund, moet de Nederlandse regering in actie komen en passende maatregelen nemen om de situatie op de huizenmarkt te verbeteren. Verder moeten de bezuinigingen worden uitgevoerd met enige terughoudendheid als interne kosten en bereid