mensenmassa

Een opleiding is altijd zinvol

Minister Bussemaker maar ook Magriet van der Linden [Opzij] stellen dat vrouwen het  geld van de Overheid verkwisten als zij hun opleiding niet vertalen in een baan. Daarmee wordt de discussie verengt tot economisch nut voor de maatschappij, terwijl het doel van onderwijs  veel breder is dan alleen het verkrijgen van een baan.

Onze samenleving is in enkele decennia ontwikkelt naar een kennissamenleving. Dit heeft effecten niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook in bredere zin op onze economie en sociaal-cultureel gebied. We zijn andere eisen gaan stellen aan onze ontplooiing, vrije tijdbesteding en de plaats van arbeid binnen ons leven.

Het volgen van onderwijs en het verkrijgen van een goede opleiding zorgt niet alleen voor baankansen maar ontwikkelt het individu in bredere zin. Het individu bouwt meer algemene kennis op, participeert meer in de samenleving en bovenal traint zichzelf om informatie tot zich te nemen en die effectief te verwerken. In een snel veranderende kennis maatschappij een essentiële voorwaarde om mee te blijven doen.

Individuen die een goede opleiding hebben gevolgd kunnen zich beter staande houden in de maatschappij en zijn beter in staat om uit een dal te klimmen. Meer vertrouwen in zichzelf en beter voorzien qua kennis van de maatschappij om hun eigen weg te vinden. Een goede opleiding ansich vermindert al de afhankelijkheid. Daar zit van zichzelf al een economische component in.

Een goede opleiding is ook voor opvolgende generaties van groot belang. Ouders met een goede opleiding hebben in het algemeen een betere taalkennis, een bredere maatschappelijke ontwikkeling en hebben meer ervaring om met complexere problemen om te gaan. Die kennis brengen zij over op hun kinderen die daardoor beter voorbereid instromen in de maatschappij en het onderwijs.

De afgelopen decennia is er veel te doen omtrent de integratie van allochtonen in onze samenleving. In nagenoeg alle onderzoeken komt steeds het volgende beeld naar voren. Een ander niveau of te laag niveau van algemene ontwikkeling, weinig kennis van onze maatschappij en lage kennis van onze taal, waardoor de integratie significant werd bemoeilijkt. Ook de opvolgende generaties allochtonen kampten met dergelijke problemen, al werden ze met elke generatie, steeds kleiner.

Zo verwonderlijk is dat niet. Naarmate er meer generaties volgen, wordt per generatie de opgedane kennis doorgegeven in het gezin. Noem het generatie leren. Nu is de afstand tussen allochtonen en autochtonen kinderen zeer gering als je dat vergelijkt met de eerste generatie. Ook de allochtone meisjes doen het zeer goed op school. Dat is een groot voordeel, want ongeacht of ze nu wel of niet gaan werken.  De kennis die ze hebben opgedaan op school en in onze maatschappij,  geven ze vanzelf door aan de volgende generatie. En daarmee dient het vanzelf het economisch nut voor onze maatschappij.

Onderwijs gaat niet alleen om financieel onafhankelijk te worden, maar ook als individu in zijn of haar geheel. Bewust en kennis hebben van de mogelijkheden van onze maatschappij, de keuzes en vooral de vrijheid hebben om die keuze te maken. Dat financiële onafhankelijkheid daar een belangrijke bijdrage aanlevert is duidelijk, maar is niet het enige doel.

De vraag is of de insteek van Bussemaker niet eerder leidt naar een siuatie waar emancipatie wordt geprivatiseerd ten bate van het bedrijfsleven. Een ontwikkeling die wordt ondersteund door een kabinet dat korte metten wil maken met pretstudies. Alleen nog studies waar werk voor is. De vrouw als productiemiddel waar het economisch nut centraal staat.Daarmee draait Bussemaker en van der Linden de emancipatie discussie vijftig jaar terug.